Vanaf de Erasmusbrug was de sleepboot Adriaan van Kotug met de Piet Hein en een begeleidend schip te zien. Maritiem fotograaf Kees Stuip heeft aan boord van het begeleidend schip de hele reis en aankomst fotografisch vastlgelegd.
Restauratie
Het belangrijkste onderdeel van de restauratie van de Piet Hein zal de grotendeelse vervanging van het onderwaterschip zijn.
De vervanging van het onderwaterschip is op zich al een ingrijpende gebeurtenis. Daarvoor moesten vrijwilligers en sponsors ook al flink aan de bak om het interieur en betimmering te verwijderen om de werfwerkzaamheden mogelijk te maken.
De restauratie van de Piet Hein is bedoeld om uit veiligheidtechnische en bedrijfseconomische gronden het schip voor tenminste de komende periode van 25 jaar te behouden als varend Nationaal Maritiem Erfgoed. Na de werfperiode zal het jacht weer vaargereed worden gemaakt en het originele interieur en betimmering gefaseerd weer worden ingebouwd.
Het Jacht dat ingezet wordt vaartochten (gezelschappen tot 30 personen), Daarna kan de Piet Hein worden ingezet bij maritieme evenementen en andere ideële en museale doeleinden.
Historie
Na de bekendmaking van de verloving van Prinses Juliana en Prins Bernhard in september 1936, werd het Algemeen Comité tot aanbieding van het nationaal huwelijksgeschenk opgericht. Dit Comité zamelde over het gehele land geld in voor een jacht en verbeteringen aan Paleis Soestdijk en de inrichting daarvan.
Een Technische Commissie werd belast met de bouw van het Prinselijk jacht. De wensen van Prinses Juliana en Prins Bernhard gingen uit naar een motorjacht geschikt voor de Nederlandse binnenwateren.
Op 25 maart 1937 vond de kiellegging plaats, 14 augustus werd het schip te water gelaten en op 28 augustus 1937 werd het schip overgedragen aan het Prinselijk paar.
In de periode 1937-1940 is het Prinsenjacht intensief gebruikt. Vrijwel geen buitenlands staatshoofd verliet ons land zonder een tocht met de Piet Hein te hebben gemaakt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het schip geconfisqueerd door de Duitsers. Na de capitulatie werd het schip in slechte staat teruggevonden in Hamburg.
In de periode na 1945, na een zeer uitgebreide restauratie, werd het schip door de Koninklijke familie wederom in de vaart gebracht en is het schip als privébezit en voor officiële gelegenheden veelvuldig gebruikt. In 1953 is het schip ook ingezet als evacuatieschip tijdens de watersnoodramp.
In 1979 werd duidelijk dat Prinses Juliana en Prins Bernhard het schip wilden afstaan aan een op te richten stichting met als doel het schip een ideële en museale bestemming te geven.
In 1980 kreeg het Koninklijk jacht voor de laatste keer een grote onderhoudsbeurt te Den Helder en werd het schip in december 1980 overgevaren naar Rotterdam. Op 17 december 1980 gingen Prinses Juliana en Prins Bernhard bij de Rotterdamse Parksluizen voor de laatste keer aan boord van hun jacht voor een korte vaartocht naar de Coolhaven. Het motorjacht heeft in 1985-1990 een zeer grondige en complete “overhaul” ondergaan waaronder twee onderhoudsperiodes op de wal. Het voormalig Koninklijk Jacht begint aan haar tweede leven.