Oproep: Wie weet waar het schip De Avontuur is?

In Coverstory, Motorboten, Zeilboten by Tessa HeerschopReageer

Wanneer ik denk aan De Avontuur, denk ik vooral aan mijn straat, of liever gezegd, mijn kade. De plek waar ik opgroeide. Mijn moeder verkocht het schip zes jaar geleden, toen zij zelf een nieuw avontuur begon in Zweden. Ze verkocht het schip aan een jong stel, dat ging samenwonen en weinig kon klussen. Zij was alternatief, hij had grootse carrièreplannen; dat zou wel goed komen. Maar helaas, mijn schip is weg…

Ik ben opgegroeid op een prachtig schip. Een Groninger Boltjalk uit 1914. Ze voer als vrachtschip met de familie Bootsman en toen de schippers met pensioen gingen, legden ze haar neer bij de Keulsekade in Utrecht.

Later verhuisde hij en verkocht het schip aan mijn moeder. De oude bewoner had met zijn vrouw altijd in de roef geleefd en dus was het ruim nog in authentieke staat. Mijn vader woonde nog om de hoek bij zijn moeder en had de impact van een zwangerschap nog niet zo door, maar toen de sloten van het huis waren vervangen door mijn oma had hij het door: Hij moest gaan wonen op het schip en het verbouwen tot een paradijs voor zijn vrouw en het kind dat zou komen. Mijn ouders maakten de fout om antieke spullen van het schip weg te geven aan een buurman, die de ‘prularia’ maar al te graag wilde hebben. Later begrepen ze dat ze antieke lampen en details van het schip hadden weggegeven, maar wisten zij toen veel.

Ik herinner me als kind dat we woonden aan een fijne kade. Iedereen kende elkaar, de buren waren oud schippers en leefden nog steeds alleen in het roefgedeelte van het schip, maar dat was voor mij als kind groot zat. Ze hadden prachtige verhalen over het leven als schipper en waren als een opa en oma voor mij. Piet en Marie waren de beste buren die je je kon wensen.

Aan de andere kant woonden Nelly en Edu, zij waren van de nieuwe categorie bootbewoners, maar kwamen altijd op mij over als ouderwetse warme mensen. Edu rookte pijp en Nelly had een naaiatelier in een klein schip naast hun tjalk. Mijn buurmeisje en jongen waren iets ouder dan ik en keek behoorlijk naar hen op. Terwijl ik mij in lombok thuisvoelde en behoorlijk stads was, gingen zij als kinderen van een psychiater en een zelfstandig ondernemer naar de betere scholen. Uiteindelijk koos ik mijn middelbare school dankzij hun dochter, die destijds al in de laatste klas zat van het Bonifatius. Ik wilde net als zij worden: Alternatief, maar slim en beschaafd.

Even verderop woonde Leen, hij was een soort alleskunner voor mij. Tegenwoordig zouden we dat een jobhopper noemen, maar voor mij was hij een echte zeebonk. Zijn zoon was zeven jaar ouder dan ik, maar toch was ook hij op de jaarlijkse Sinterklaasfeestjes aanwezig. De boot van Leen was volgestouwd met snuisterijen, vogeltjes in kooitjes, stapels papier en encyclopedieën vol informatie. Hij was vanaf mijn geboorte mijn oppas en ik was dol op deze man, hij was altijd aardig, had altijd een vriendelijk woord en de deur stond altijd open.

De mensen kenden elkaar. Eén keer per jaar was er de watervergadering. Dan kwamen alle bewoners van de twaalf schepen bijeen bij Piet en Marie om het te hebben over de enige waterput, waarvan alle leidingen liepen naar de schepen en de rekening die gedeeld moest worden onder elkaar. Maar eigenlijk was dat een excuus om een gezellige avond met elkaar te hebben, nieuwe oppasadressen uit te wisselen en klussen bij elkaar neer te leggen.

Toen mijn moeder ooit in een opwelling een piano wilde kopen, kon professioneel pianostemmer Michiel haar helpen. Hij had een schip met een kraan, waardoor hij piano’s naar binnen kon takelen. Voorheen woonde er een oud-schipper die in het ruim een kippenhok had. Hij werkte als brugwachter op de Spinozabrug en verkocht eieren aan buurtbewoners.

Hadden we nieuwe patrijspoorten nodig? Dan kwam de ‘dubbelligger’ van Leen langs, oftewel buurman Paul die timmerman was. Moest ik een nieuw gympak dat 100 gulden kostte en dus ver boven het budget was? Geen probleem, Nelly naaide er wel eentje. Mijn vader was schilder en hielp hier en daar en mijn moeder kon als verpleegster en later boekhoudster ook het een en ander betekenen voor de buren. Beter één goede buur, dan een verre vriend was het idee.

Toen ik mijn eerste sigaretjes ging roken, deed ik dat stiekem op het voordek, net in de nis in het gangpad, zodat niemand mij kon zien vanaf de kade of vanuit de stuurhut. Ik zwom in de zomer naast het schip, speelde in de tuin, probeerde mensen uit te leggen dat mensen op een schip geen woonwagenbewoners waren en voelde me vrij.

Maar helaas, mijn schip is weg. Mijn avontuur is vertrokken. Ze is verkocht aan iemand in Amsterdam en er ligt nu een dubbeldeks ark op haar plek. Als kind was ik altijd bang voor brand. Met al het water om mij heen en met mijn atletisch vermogen kon ik heus wel het verkoelende water rondom het schip vinden; ik was vooral bang mijn thuis kwijt te raken.

Nu op mijn dertigste raak ik het kwijt. De nieuwe bewoner wil niet zeggen aan wie hij het schip heeft verkocht. Niemand weet waar ze ligt. Het is alsof iemand een deel van mijn jeugd afneemt.

Daarom deze oproep: Wie weet waar De Avontuur nu ligt? Ze is vermoedelijk in Amsterdam. Ik hoef haar niet te bezoeken, maar zou graag weten waar ze nu ligt. Mail naar Tessaheerschop@gmail.com  

Hier een video van toen het schip in 2007 naar de werf ging voordat ze verkocht werd:

Tessa HeerschopOproep: Wie weet waar het schip De Avontuur is?

Reageer